Bereidingswijze
Roer de verse gist met de suiker romig en schenk geleidelijk het warme water erbij.
Doe als je gedroogde gist gebruikt de helft van het warme water in een kannetje en strooi de gist erover.
Roer goed de suiker erdoor en laat het mengsel 10 minuten rusten tot het gaat schuimen.
Verhit de olie in een koekenpan en fruit de ajuin goudbruin, roer regelmatig.
Neem de pan van het vuur en zet hem opzij.
Zeef de bloem met het zout en de peper boven een kom.
Maak een kuiltje in het midden.
Meng hierin het gistpapje met de gefruite ajuin en de olie, olijven, tapenade, oregano, peterselie en het overige water.
Roer dit geleidelijk met de bloem tot een zacht deeg.
Voeg eventueel wat extra water toe.
Kneed het deeg op een met bloem bestoven oppervlak ongeveer 5 minuten soepel en elastisch.
Doe het in een kom, dek die af met een vochtige theedoek en laat het op een warme plaats 2 uur rijzen, tot het volume verdubbeld is.
Vet een bakplaat lichtjes in en zet opzij.
Kneed het deeg op een met een met bloem bestoven oppervlak nogmaals door.
Rol het uit tot een ronde lap van 20 cm doorsnee en leg die op de bakplaat.
Maak met een scherp mes kruislingse inkepingen in de bovenkant.
Laat het deeg afgedekt op een warme plaats een halfuur narijzen.
Verwarm de oven voor op 220°C.
Bestuif het deeg met bloem.
Bak het 10 minuten en zet de oven op 200°C.
Bak het nog 20 minuten tot het hol klinkt als u op de onderkant tikt.
Laat het op een taartrooster wat afkoelen en serveer lauw warm.