Bereidingswijze
Hak de noten grof.
Vermeng de volkorenbloem en de witte bloem en het zout.
Maak in het midden een kuiltje.
Los de verbrokkelde gist op in de helft van het water.
Schenk het gistpapje in het bloemkuiltje.
Kneed tot een zacht deeg dat niet meer aan de vingers plakt.
Voeg de honing toe.
Kneed er eventueel meer bloem door als het te kleverig blijft, voeg eventueel iets meer water toe als het te korrelig is.
Kneed het deeg dan op een met bloem bestoven werkvlak 10 minuten stevig door.
Sla het plat met de hand en strooi er een derde van de noten op en kneed ze onder het deeg.
Vouw het steeds weer dubbel.
Herhaal tot al de noten opgebruikt zijn.
Laat de deegbal, afgedekt met een vochtige doek, 2 uur rijzen op kamertemperatuur.
Kneed het gerezen deeg nog eens goed door.
Verdeel het in twee porties.
Leg de deegballen op een ingevette bakplaat en laat ze, afgedekt, ongeveer 1 u rijzen of tot ze in volume verdubbeld zijn.
Kerf de bovenkant van elk broodje een paar keer in met een scherp mes.
Bak de broodjes eerst 15 minuten op 220°C en vervolgens 25 minuten op 190°C.