Bereidingswijze
Snijd het stoofvlees in een brunoise van 5 cm op 5 cm.
Snipper de sjalotten.
Snijd de champignons in schijfjes.
Laat de ansjovisjes en de kappertjes uitlekken.
Doe het vlees, de wijn, de olie en de sjalotten in een kom.
Pers er 2 teentjes look in uit.
Laat gedurende 4 uur marineren.
Breng water aan de kook en laat hierin het spek 10 minuten zachtjes koken.
Giet af.
Meng 4 el bloem met 2 el water en maak er een dik deeg van.
Dek af met plasticfolie en houd apart.
Voorverwarm de oven op 160°C.
Laat het vlees uitlekken en bewaar de marinade.
Dep het vlees droog.
Meng 1 el bloem met peper en zout.
Rol het vlees door de bloem.
Leg in een grote ovenschaal een laat spek, paddestoelen en tomaten.
Leg daarop het vlees, de rest van het spek, tomaat en paddestoelen.
Kruid met tijm en laurier.
Giet dan de bouillon en de marinade erover.
Breng het deeg langs de rand van de de schaal aan.
Druk het deksel erop zodat de schaal goed is afgesloten.
Laat 2,5 uur in de oven garen.
Wrijf ondertussen de kappertjes, de ansjovis en de resterende look in een vijzel fijn.
Haal de schotel uit de oven en trek het deksel uit het deeg.
Roer nu de ansjovispasta en de rode wijnazijn door de daube.
Dek terug af en plaats nog anderhalf uur in de oven tot het vlees door en door zacht is.
Proef af met peper en zout en dien meteen op.