Bereidingswijze
Verwarm de melk.
Maak de gist aan met een gedeelte van de lauwwarme melk.
Doe de bloem in een kom en maak er een kuiltje in.
Giet hierin de aangemaakte gist, de suiker, 2 volledige eieren en 2 eierdooiers.
Verwarm de boter tot deze net gesmolten is en voeg deze toe.
Strooi het zout langs de buitenkant van de bloem zodat het niet meteen in contact komt met de gist.
Voeg er de melk en een snuifje kaneel aan toe en begin het deeg te mengen.
Kneed het deeg goed door en laat het dan rijzen tot het volume bijna verdubbeld is.
Verdeel het deeg in stukjes van ongeveer 60 gram.
Rol deze dun uit tot een rechthoekige lap.
Leg aan één zijde van het deeg een lepel vruchtencompote en sla het deeg dicht.
Druk de sluitnaden goed aan.
Verwarm het wafelijzer.
Gebruik een wafelplaat met de grootste tussenopeningen.
Vet het ijzer in en leg er een wafel in.
Bak deze goudgeel.
Serveer meteen.