Bereidingswijze
Rasp de citroenschil en pers het citroensap.
Meng in een keukenrobot met garde de maïzena, de tarwebloem, de suiker, het bakpoeder en het zout.
Voeg de geraspte citroenschil toe en meng.
Snijd de boter in brunoise (dobbelsteentjes) en meng dit onder het bloemmengsel tot u een kruimelig deeg bekomt.
Meng in een ander kommetje de eierdooier, het vanille-extract en het citroensap.
Voeg dit mengsel bij het kruimelig deeg.
Blijf kloppen tot uw koekjesdeeg goed gekneed is tot een samenhangend geheel.
Rol een worst van 25 cm lang en verpak in een plasticfolie.
Laat dit citroenkoekjesdeeg minstens 2 uur rusten in de koelkast.
Voorverwarm de oven op 190°C.
Doe het koekjesdeeg uit de plasticfolie en snijd in schijfjes van 7mm dik.
Leg de schijfjes koekjesdeeg op een bakplaat bedekt met bakpapier.
Bak af in de oven tot de koekjes lichtjes bruin kleuren, gedurende een kwartier.
Laat de citroenkoekjes afkoelen op een rooster.