Bereidingswijze
Voorverwarm de oven op 180°C.
Schil de appelen, verwijder het klokhuis en snijd in niet te dunne schijven.
Doe 80 gram suiker met een eetlepel water in een bakvorm met hoge randen.
Zet de vorm op een kookplaat en laat enkele minuten karameliseren.
Schik de appelen dicht bijelkaar op de bodem en overstrooi met kaneel.
Laat de boter zachtjes smelten.
Meng de eieren met 70 gram suiker en de gesmolten boter.
Voeg de bloem en de verkruimelde speculaas toe.
Kneed tot een deeg.
Verdeel het deeg over de appelen en druk goed aan.
Laat 35 minuten bakken in de oven.
Haal het eruit en laat enkele minuten afkoelen.
Ontvorm omgekeerd op een schotel.
Dien lauw op.