Bereidingswijze
Meng het bakpoeder onder de bloem.
Maak de boter zacht of zet al een paar uur tevoren uit de koelkast.
Snijd de gemberbolletjes in een heel kleine brunoise (dobbelsteentjes).
Voeg de suiker, de vanillesuiker, de zachte boter, het ei, wat zout, de gember en de amandelen tot aan de bloem.
Kneed het geheel met een handmixer in 5 minuten tot een glad deeg.
Plaats het deeg een uur in de koelkast.
Voorverwarm de oven op 200°C.
Vet een ovenschaal in.
Rol het deeg uit tot een dikte van 3 tot 5 mm.
Steek er de gewenste koekvormen uit en leg ze op de ovenschaal.
Bak de koekjes in een kwartier goudbruin.
Laat ze afkoelen en bewaar ze in een luchtdichte koekendoos.