Bereidingswijze
Hak de gewassen pijpajuinen fijn.
Schil en hak de gember heel fijn.
Laat de inhoud van het blikje maïs goed uitlekken.
Laat het krabvlees goed uitlekken.
Roer de maïzena los in wat bouillon.
Zorg dat je alles vlak bij het fornuis klaar hebt staan.
Verhit een kookpan, doe de olie erin.
Als de olie heet is de pijpajuin en de gember erbij voegen, vuur iets temperen, roeren, na vijftien tellen krabvlees erbij, roeren.
Na tien tellen gaat de rijstwijn erbij, laten sissen, bouillon erbij, maïs erbij, al roerend aan de kook brengen.
Vuur laag, maïzenapapje erbij, roeren tot de soep gebonden is.
Draai het vuur uit.
Nu giet je de eiwitten met een dun straaltje in de soep.
Even roeren tot je mooie draadjes hebt, en klaar is de soep!
Dien meteen op.