Bereidingswijze
Leg 100 gram boter een uur op voorhand uit de koelkast zodat ze zacht is.
Meng 500 gram bloem, 100 gram zachte boter, zout en water voor het voordeeg in een mengkom met een mixer.
Laat hem gedurende enkele ogenblikken draaien om alles goed te mengen.
Overdadig kneden zou het deeg teveel elasticiteit geven.
Wikkel het deeg in een vochtige theedoek en laat het 3 uur rusten in de koelkast.
Strooi wat bloem op de werktafel en plaats er het deeg op.
Rol het gelijkmatig uit tot een rechthoek.
Snijd 400 gram harde boter in plakken van 1 cm dikte.
Verdeel de plakken boter over de helft van de deeglap.
Klap de andere helft van het deeg dicht.
Let erop dat de boter volledig binnen het deeg valt.
Duw de randen van de deeglap goed aan, zodat het dichtgevouwen deeg volledig dicht is.
Strooi opnieuw bloem op de werktafel en rol de deeglap terug uit tot een rechthoek.
Plooi de deeglap opnieuw in drie delen dicht.
Wikkel het deeg in een vochtige theedoek en laat het minstens 1 uur rusten in de koelkast.
Herhaal dit nog twee keer en laat het deeg telkens een half uur rusten.