Bereidingswijze
We hebben 3 eierdooiers en 4 eiwitten nodig.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Beboter een souffle schaal of kleine soufflepotjes met 15 gram boter.
Doe dat door de zachte maar niet gesmolten boter met een draaiende beweging over de bodem en dan over de zijkanten van de schaal te strijken.
Zet in de koelkast om de boter te laten opstijven.
Smelt de rest van de boter in een zware pan en voeg de ajuin, de kruidnagels, de laurier en het paprikapoeder toe.
Laat de ajuin gaar worden, maar niet kleuren.
Roer de bloem erdoor en laat 4 tot 5 minuten zachtjes sudderen.
Giet er langzaam en al roerend de melk bij en laat de saus een kwartier heel zachtjes pruttelen onder voortdurend roeren, tot hij glad en dikker is dan slagroom.
Zeef de saus in een kom en druk goed op de vaste bestanddelen.
Roer de kaas door de hete saus tot hij helemaal gesmolten is en roer er dan de eierdooiers door.
Klop de eiwitten tot zachte pieken.
Schep de helft op de kaassaus en spatel het door de saus.
Schep er nu de rest op, en spatel dit heel voorzichtig eronder.
Giet het mengsel in de soufflévorm(en).
Ga met je duim langs de rand van de vorm, dan rijst de soufflé als een hoge hoed.
Zet dit een klein half uur midden in de oven tot de souffle opgesteven is, gerezen is en mooi bruin ziet.