Bereidingswijze
Schil de avond tevoren de peren, snijd ze doormidden, verwijder de klokhuizen en besprenkel met 3 el citroensap.
Snijd het stokje overlangs open en schraap er de zaadjes uit.
Breng 1 liter water met 3 el citroensap en het vanillestokjes en de vanillezaadjes, voeg de peren toe.
Zet het desksel schuin op de kookpot en laat een kwartier zachtjes koken.
Neem van het vuur en laat een nacht in de gesloten pan staan.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Rol de volgende dag het deeg 3 mm dik uit en bekleed daarmee een taartvorm van 22 cm doorsnede.
Snijd het deeg bij en druk de rand tussen duim en wijsvinger in golfjes.
Verdeelde amandelcreme gelijkmatig over de deegbodem.
Schik de uitgelekte peren met de bolle kant naar boven op de taart.
Bak de taart een half uur in de oven.
Laat hem tot lauw afkoelen, neem de rand van de vorm en zet de taart of een afkoelrooster.
Verwarm de abrikozenjam in een steelpan.
Pureer hem met een staafmixer en roer hem door een fijne zeef.
Bestrijk de bovenkant van de taart met de warme jam.