Bereidingswijze
Voor dit recept hebben we 6 eierdooiers en 3 eiwitten nodig.
Verwarm de oven voor op 230°C.
Klop de eierdooiers met 50 gram suiker licht en luchtig.
Doe in een andere kom de rest van de suiker bij de eiwitten en klop ze stijf.
Spatel eerst het eiwit voorzichtig door de eierdooiers, gevolgd door de bloem.
Bekleed twee bakplaten met bakpapier.
Vul een spuitzak met een glad spuitmondje met twee derde van het beslag en spuit koekjes van 4 op 1,5 cm met een tussenruimte van 2 cm.
Bestuif met poedersuiker.
Laat 5 minuten rusten en bestuif nogmaals met poedersuiker.
Schakel de oventemperatuur naar 180°C en bak ze meteen 8 tot 10 minuten.
Laat ze op een rooster afkoelen.
Ze kunnen een paar dagen in een luchtdicht afgesloten trommel worden bewaard.
Bekleed voor de taartbodem een bakplaat met bakpapier en strijk het resterende beslag uit tot een ronde plak van 23 cm doorsnede.
Bak op dezelfde manier als de lange vingers maar bestuif niet met poedersuiker.
Steek een taartrand van 20 cm doorsnede uit de bodem.