Bereidingswijze
Vermeng de dag tevoren fruit, tijm, jeneverbes in een hittebestendige kom.
Breng 5 dl water met 300 gram suiker al roerend langzaam aan de kook totdat de suiker opgelost is.
Giet over het fruit en laat een dag staan.
Giet het fruit af en verwijder de losse velletjes.
Dep droog met keukenpapier.
Vet een bakvorm in met een opstaande rand van 4 cm.
Bekleed de bodem met bakpapier.
Doe voor de kruimels de 140 gram boter, 100 gram suiker, 50 gram marsepein, snuifje zout, citroenrasp van een halve citroen, vanillezaadjes van een halve stok en kaneel in een kom en kneed het tot een glad deeg.
Zeef 250 gram bloem erop en wrijf alles tussen de vingers (niet kneden) tot een kruimelig deeg.
Verwarm de oven voor op 200°C.
Zeef voor het cakebeslag 300 gram bloem, 1 tl bakpoeder en een snuifje zout twee keer op een vel bakpapier.
Doe 80 gram marsepein en 1 ei in een kom en klop met een mixer tot een glad mengsel.
Voeg 225 gram boter en 300 gram suiker toe en klop glad.
Klop de glucose erdoor.
Klop de resterende 5 eieren een voor een door het beslag en voeg het volgende pas toe als het vorige is opgenomen.
Roer de halve vanille en de citrusschil door het beslag en meng het bloemmengsel er met een grote spatel doorheen.
Verdeel het beslag gelijkmatig over de vorm.
Leg de abrikozen met het snijvlak naar boven tegen elkaar op het beslag.
bestrooi eerst met de kruimels en daarna met de geschaafde amandelen.
Zet in de oven en schakel de temperatuur terug naar 180°C.
Bak 45 minuten, neem uit de oven en laat in de vorm afkoelen.
Bestuif voor het opdienen met bloemsuiker.