Bereidingswijze
Kuis de mosselen grondig.
Pers de citroen.
Pel de ajuin en snijd grof.
Was de selder en snijd grof.
Snipper de look.
Smelt een klont boter in een mosselpot en sueer hierin de ajuin, de selder, de look, de tijm en de laurier.
Blus met de witte wijn.
Doe de mosselen erbij, kruid met veel peper en kook ze gaar op groot vuur.
Haal de mosselen uit de schelp.
Zeef het mosselsap.
Meng 1 dl van het mosselsap met de kokosmelk, de room en wat citroensap.
Snijd de pijpajuintjes en het citroengras heel fijn.
Schuim de saus op met een mixer.
Doe de mosselen, de pijpajuin en het citroengras in een diep bord.
Kruid af met peper, zout en kurrie.
Overgiet met de schuimige saus en garneer met wat koriander.