Bereidingswijze
Kook 5 liter water in een grote kom.
Dompel hierin de kreeften 2 minuten om ze te doden.
Snijd de kreeften in de lengte doormidden.
Snijd de halve staarten in schijven.
Breek de scharen en haal er het vlees uit, evenals het vlees, koraal en crčmige gedeelte uit het karkas.
Bewaar dit op een koele plaats.
Maak de ajuin en de sjalot schoon en hak ze fijn.
Pers de halve citroen uit.
Smelt 40 gram boter in een grote pan, voeg de ajuin en de sjalot toe, laat zachtjes glazig worden, voeg dan de schijven kreeft toe.
Laat deze op groot vuur stijf worden en flambeer dan met 0,3 dl cognac.
Giet er nu de porto bij, tamelijk veel zout, peper en cayennepeper en laat het bijna geheel inkoken.
Werk er dan de room door, voeg wat kerriepoeder toe, breng het aan de kook en roer, zodat de room wat indikt.
Haal het dan van het vuur af.
Voeg bij het apart gehouden kreeftevlees, de rest van de boter, cognac en het citroensap.
Roer dit goed zacht en klop dan met een garde om een mooie zalfachtige saus te verkrijgen.
Haal de schijven kreeft uit de pan en houd ze warm.
Voeg nu de compositie met het kreeftevlees en boter bij de andere saus, zet het vuur zacht en roer goed zodat alles bindt.
Proef de saus en breng ze eventueel op smaak met peper en zout.
Serveer zeer warm.