Bereidingswijze
Snipper de pijpajuin.
Splits de eieren.
Was de spinazie en ontdoe van de dikke stelen.
Verhit de melk.
Verwarm de oven voor op 200°C.
Vet de soufflÈvormen in, bestrooi met paneermeel en klop het teveel er terug uit.
Smelt 15 gram van de boter in een pan op matig vuur.
Voeg er de pijpajuin aan toe en fruit dit een paar minuten tot het zacht, maar zeker niet bruin is.
Doe de spinazie met aanhangend water in de pan.
Voeg wat zout toe en breng al roerend aan de kook totdat de spinazie geslonken is en het overtollige water verdampt is.
Haal van het vuur en laat afkoelen.
Smelt de rest van de boter in een steelpan.
Voeg de bloem toe en laat een paar minuten zonder te kleuren meebakken.
Haal van het vuur en klop er langzaam de melk door.
Proef af met peper, zout en nootmuskaat.
Zet terug op het vuur en laat indikken.
Haal na een minuut de pan terug van het vuur en klop er één voor één de eierdooiers door.
Knijp de spinazie goed uit en snijd fijn.
Roer de spinazie en 30 gram van de kaas door de saus.
Klop de eiwitten op.
Klop het bakpoeder erdoor.
Spatel nu de eiwitten door de spinazie in een 8-vormige beweging.
Verdeel dit mengsel over de soufflépotjes en zet ze in de oven.
Verlaag meteen de temperatuur naar 190°C en bak ze in ongeveer een kwartier goudbruin.
Als ze goed gerezen zijn, zijn ze klaar.
Serveer meteen.