Bereidingswijze
Snijd de pijpajuin in ringen.
Breng de kippebouillon tegen de kook aan en doe er de kipfilet bij.
Laat het vlees op een laag vuur pocheren in vijftien tot twintig minuten.
Neem het vlees uit de bouillon en snijd het in brunoise (dobbelsteentjes).
Bereid de mihoen volgens de gebruiksaanwijzing op de verpakking.
Spoel daarna de noedels meteen in een zeef onder koud stromend water, en laat goed uitlekken.
Roer het gemberpoeder en maïzena los met een beetje koud water.
Doe alles behalve de stukjes vlees, gember en maïzena, en de mihoen in de bouillon.
Roer goed tot alles egaal gemengd is.
Breng aan de kook.
Roer het gember/maïzenapapje bij de soep.
Roer tot de soep gebonden is.
De stukjes kipfilet vlak voor het opdienen toevoegen en even laten meewarmen.
Verdeel de mihoen over de soepkommen en giet er de warme soep over.
Strooi er wat ringetjes pijpajuin op.
Dien meteen op.