Bereidingswijze
Rooster de paprika's op een gasvuur totdat ze zwart zien, of leg ze een half uur in de oven op 200°C.
Verdeel de kip in stukken en kruid rondom met peper en zout.
Verhit 3 el olie in een braadpan.
Schik de bouten en de vleugels onderaan, de borsten bovenaan.
Laat ze gedurende 10 minuten afgedekt zachtjes goudbruin kleuren.
Leg ze op een schotel en houd warm onder aluminiumfolie.
Kook de gevogeltebouillon in tot je nog 2 el overhoudt.
Snipper de ajuinen, de look, het bieslook en het pepertje.
Verhit 2 el olijfolie in een pan en fruit hierin de ajuinen gedurende 5 minuten, maar laat zeker niet bruinen.
Voeg dan de rijst toe en meng alles goed.
Giet er de witte wijn bij en breng aan de kook.
Draai het vuur lager, dek de pan af en laat gedurende 10 minuutjes zachtjes sudderen totdat al het vocht opgenomen is.
Meng de gevogeltebouillon en de saffraan met 2 dl water en voeg dit bij de rijst.
Voeg de look, de komijn, zout en het pepertje bij de rijst.
Laat alles een kwartiertje zachtjes sudderen.
Pel ondertussen de paprika's, ontpit ze en snijd in dunnen repen.
Breng ze op smaak met wat zout en 1 el olijfolie.
Ontvel en ontpit de tomaten en snijd het vruchtvlees in brunoise (dobbelsteentjes).
Voeg de tomaten en de kip toe aan de rijst en laat nog een half uur zachtjes sudderen.
Voeg tijdens de gaartijd regelmatig wat water toe, zodat de rijst niet aanbakt.
Kontroleer op het einde van de baktijd of de kip gaar is.
Schik alles op een groot bord, garneer met de reepjes paprika en overstrooi met het bieslook.
Serveer meteen.