Bereidingswijze
Los de verse gist op in een beetje lauwwarm water.
Maak de boter zacht.
Vermeng het griesmeel met de suiker en het zout.
Maak er een kuiltje in en doe daar de opgeloste gist in met de boter en voeg er beetje bij beetje het lauwwarme water bij.
Leg de aldus verkregen bol deeg op een werkvlak en begin het deeg met de palmen en duimen van je hand goed door te kneden totdat het deeg soepel en niet meer plakkerig is.
Bedek het deeg met een doek en zet op een warme plaats tot de hoeveelheid deeg verdubbeld is.
Kneed het deeg dan nog even door, verdeel het deeg in een paar bollen en laat die nog ongeveer 12 minuten rusten.
Maak de bollen deeg plat tot ze een diameter van 25 centimeter hebben en een dikte van 1 cm.
Besprenkel de bovenkant van het deeg met water en bestrooi met wat griesmeel.
Laat het deeg vervolgens nog eens anderhalf tot 2 uur rijzen.
Bak het brood in een voorverwarmde oven van 220°C.
Het brood is klaar als het goudbruin ziet en als je er op klopt moet het hol klinken.