Bereidingswijze
Schil de aardappelen en stoom of kook ze gaar.
Pureer de aardappelen.
Roer er de bloem en het ei door.
Kruid met wat zout en kneed er een elastisch deeg van.
Maak lange rollen van 1,5 cm dik en snijd ze in stukken van 2 cm.
Leg ze op een met bloem bedekt oppervlakte.
Breng een grote kom met gezouten water aan de kook.
Vorm balletjes met een eetlepel en laat deze koken in het water.
Haal ze eruit met een schuimspaan als ze komen bovendrijven.