Bereidingswijze
Kook water en laat hierin de mosterdzaadjes een nacht weken.
Spoel ze af en laat goed uitlekken.
Plet de mosterdzaadjes lichtjes in een vijzel.
Rasp de ajuin tot je 1 eetlepel bekomt.
Doe het mosterdzaad met de ajuin, de azijn, de laurier, het piment, de kaneel en de cayennepeper in een steelpan.
Pers er de teentjes look over uit.
Voeg er het water bij en breng aan de kook.
Draai dan het vuur laag en laat 25 minuten zachtjes sudderen, roer regelmatig zodat de mosterd begint te dikken.
Voeg er dan de suiker en zout aan toe en blijf roeren tot de suiker is opgenomen.
Schep over in een bokaal en zet afgedekt 1 week weg in de koelkast voor gebruik.
De mosterd blijft 2 maand goed.