Bereidingswijze
De sjalot snipperen en spoelen met water.
De appelen in brunoise snijden (dobbelsteentjes).
Beiden sueren in wat boter, bestrooien met bloem, kerriepoeder en kurkuma.
Bevochtigen met appelsap, koskosmelk en ingekookte gevogeltefonds
Aan de kook brengen en zachtjes laten koken tot sausdikte.
De saus zeven en ingekookte room aan toevoegen indien je een romige saus wilt.
Afproeven met peper, zout en kerrie naar keuze.
Als de saus te dik wordt bij het opwarmen, voeg dan een beetje melk of room toe.
Bij het toevoegen van room krijg je een feestelijke saus.