Bereidingswijze
Maak de mosselen schoon.
Pel 1 ajuin en samen met 2 selderstelen in grove stukken snijden.
Smelt een klont boter in een mosselpan en sueer de groenten, maar laat niet kleuren.
Blus met de witte wijn.
Doe de mosselen in de pot en kruid met peper.
Kook de mosselen op een hoog vuur tot de schelpen opengaan, giet ze af en vang het kookvocht op.
Doe het vocht door een zeef, het laatste niet mee gieten omdat daar onzuiverheden in zitten.
Bewaar 6 mosselen in hun schelp als decoratie en haal de rest uit hun schalen.
Snijd 2 selderstelen in stukjes en 1 ajuin in halve ringen, beide van dezelfde dikte.
Schil de aardappelen en snijd ze in 8.
Ontvel en ontpit de tomaten.
Snijd de tomaten in vier en hak het knoflook fijn.
Een eetlepel boter smelten in een ruime kookpot, hieraan de saffraan toevoegen en onder voortdurend roeren even meebakken.
Voeg de ajuin, de aardappelen en de selder toe en stoof even op een zacht vuurtje, blus met de Noilly Prat.
Breng aan de kook en voeg de visfumet en het mosselvocht toe en breng aan de kook.
Voeg de tomaten toe wanneer de aardappelen bijna gaar zijn.
Neem van het vuur wanneer de aardappelen gaar zijn en voeg dan de mosselen toe.
Snijd het stokbrood in stukken van 1,5 cm en bak ze onder de grill aan beide zijden goudbruin.
Besmeer met de rouille.