Bereidingswijze
Borstel de champignons schoon en snijd ze in hele fijn plakjes.
Bak ze bruin in 25 gram boter.
Snijd het kippenvlees in brunoise (dobbelsteentjes).
Smelt de rest van de boter in een pan op klein vuur.
Voeg er de bloem bij en laat wat bakken maar niet kleuren.
Giet er onder voortdurend roeren beetje bij beetje de bouillon door.
Blijf roeren tot de bloemsmaak weg is.
Neem van het vuur en roer er de eierdooiers en de champignons door.
Proef af met nootmuskaat, citroensap, peper en zout.
Bedek een schaal met aluminiumfolie.
Giet hierin het gevogeltemengsel.
Dek af met aluminiumfolie en laat een nacht opstijven in de koelkast.
Stort het gevogeltemengsel uit en snijd er kroketten van.
Rol de kroketten eerst door de bloem, daarna door opgeklopt eiwit met wat olie en vervolgens door het paneermeel.
Als je een hele stevige korst wilt, rol dan de kroketten een tweede keer door het eiwit en het paneermeel.
Bak ze goudbruin op 170°C.