Bereidingswijze
Snijd de hesp in brunoise (dobbelsteentjes).
Smelt de boter in een pannetje.
Voeg er ineens de bloem bij en laat wat bakken zonder kleuren.
Voeg er beetje bij beetje de melk aan toe.
Roer continu tot een gebonden saus en laat 5 zachtjes koken zodat de bloemsmaak verdwijnt.
Week ondertussen de gelatine in ruim koud water.
Breng van het vuur af op smaak met zout en peper.
Roer de hesp erdoor.
Knijp de gelatine goed uit en los op in het hespmengsel.
Bedek een schaal met boterpapier of aluminiumfolie.
Giet er het deeg in en strijk glad.
Dek af met boterpapier of aluminiumfolie.
Plaats minimum 6 uur in de koelkast.
Klop de eieren los in een diep bord.
Strooi het paneermeel in een bord.
Strooi wat bloem in een bord.
Vorm met natte handen kroketten van het koude deeg.
Haal eerst door de bloem, daar door het ei en tenslotte door het paneermeel.
Als je graag een dikke korst hebt, kan je ze nogmaals door het ei halen en terug door het paneermeel.
Voor je ze afbakt, laat je ze nog een half uur rusten in den koelkast zodat de korst goed plakt.
Frituur ze goudbruin op 180C.