Bereidingswijze
Verwarm 4 borden.
Pel de scampi en snijd de staartjes over de volle lengte een stukje zodat u het darmkanaal kunt verwijderen.
Was de slabladeren (nooit onder stromend water) en blancheer ze 3 tot 4 minuten in kokend gezouten water.
Spoel ze af en laat ze uitlekken.
Ontvel de tomaat en snij deze in vier.
Verwijder het sap en de pitjes en snijd het vruchtvlees in dobbelsteentjes van een 0,4 cm. (brunoise)
Snipper de bieslook.
Laat de boter smelten in een grote pan, en laat deze enigszins bruin worden.
Bak nu de scampi op een vrij hoog vuur, bestrooi ze met zout en peper.
Als de onderkant mooi goudbruin is, draai je ze om.
Dit bakken moet zeer snel gebeuren, want scampi zijn vrijwel meteen gaar.
Giet de inhoud van de pan (scampi en boter) over in een pan en houdt dit warm.
Roer nu de aanbaksels los met de witte wijnazijn en de visfumet.
Laat dit 2/3 inkoken.
Haal van het vuur, voeg de slabladeren, de tomaat en de roze peperkorrels toe en hou alles goed warm.
Warm de scampi nog eens snel op.
Verdeel de garnalen over de warme borden.
Verdeel nu ook de scampi, maar laat de boter in de pan.
Roer het ingekookte mengsel door de bakboter van de scampi en breng het geheel heel even aan de kook.
Breng op smaak met peper, zout en eventueel nog een paar druppels witte wijnazijn.
Giet de saus over de garnalen en scampi en bestrooi dit met de bieslook.
Serveer meteen