Bereidingswijze
Snijd het witloof fijn.
Stoof aan in wat boter.
Blus met de bouillon en laat afkoelen.
Maak een liaison van de eierdooier en de room.
Week de gelatine in ruim koud water.
Smelt de boter en laat er de bloem in garen zonder te kleuren.
Roer er het koude witloofmengsel door en laat even doorkoken.
Kruid af met peper, zout en nootmuskaat.
Meng er het fijn gesneden spek en de kaas door.
Neem van het vuur en roer er de liaison en de gelatine door.
Laat op een met olie bestreken schaal afkoelen in de koelkast.
Keer de afgekoelde massa om op een bebloemd werkblad en snij het in de gewenste vorm.
Haal eerst door de bloem, daarna door het losgeklopt eiwit en tenslotte door het paneermeel.
Frituur goudbruin en dien op met een salade.