Bereidingswijze
Ontbeen de ruggen.
Pel de ajuin en hak grof.
Schil de wortel en snijd in plakjes.
Was en snijd de witte selder in plakjes.
Maak een fond door de beenderen van het konijn aan te bakken met de ajuin, wortel en selder.
Blus vervolgens met de witte wijn en voeg er water aan toe tot alle ingrediÎnten net onder staan.
Voeg de tomatenpuree toe, een takje rozemarijn en de stelen van de peterselie.
Laat een uurtje zachtjes trekken.
Giet de fond door een zeef en kook hem voor 2/3 in.
Werk er enkele klontjes boter door en proef af met peper en zout.
Verwarm de oven voor op 200°C.
Kruid de konijnenruggen met peper en zout en bak ze rondom in wat boter aan.
Leg ze op een braadschaal samen met de tomaatjes en schuif ze in de warme oven.
Laat ze daar een kwartiertje bakken.
Kuis de champignons en snijd ze in vier of in acht als ze te groot zijn, zie wel dat ze ongeveer dezelfde grootte hebben.
Stoof ze in ruim boter en breng op smaak met peper en zout.
Snijd de konijnenruggen in plakjes, serveer met de saus en de champignons.
Versier met een tomaatje en eventueel een takje rozemarijn.