Bereidingswijze
Versnijd het konijn.
Ontbeen de konijnenrug met in begrip van de buikvliezen.
De pootjes van het konijn ontbenen en in hele kleine brunoise snijden (dobbelsteentjes).
Men houdt nu twee konijnfilets met buikvlies en een brunoise over.
Gebruik het karkas van het konijn om de fond mee te maken.
Maak het recept bladerdeeg.
Snipper de ajuin het teentje knoflook.
Doe dit in een pannetje en overgiet met de rode wijn.
Laat droogkoken zodat alle wijn verdampt is.
Laat afkoelen.
Kuis de groene kool, snijd de grove nerven erui en kook af in gezouten water.
Giet af en laat afkoelen.
Snijd de groene kool heel fijn en weeg 150 gram af.
Hak wat rozemarijnnaalden fijn.
Meng het ajuinmengsel door de brunoise van konijn, samen met het paneermeel en het ei.
Kruid met nootmuskaat, rozemarijn, zout en peper.
Klop tussen plasticfolie de konijnfilets wat plat met het lemmet van een groot mes of bijl.
Vul de filets met de brunoise en rol op zodat er een roulade ontstaat.
Rol de filets heel strak op in plasticfolie.
Breng de konijnfonds aan de kook en laat lichtjes sudderen.
Laat de filets verpakt in plasticfolie een half uur sudderen in de konijnenfonds.
Neem ze eruit, laat wat afkoelen en verwijder de folie.
Wikkel de filets in bladerdeeg.
Maak de saus.
Voorverwarm de oven op 180°C.
Bestrijk het bladerdeeg met het eigeel.
Bak af in de oven gedurende 20 minuten.
Snijd de filets in schijfjes en dien op met de saus.