Bereidingswijze
Schil de wortel en de ajuin.
Snij de groenten en zet ze opzij.
Was, ontsteel de kersen, halveer ze en ontpit ze.
Plaats de kersen in de koelkast.
Leg de eenden op een vleessnijplank en haal de borsten en de bouten van de karkas.
Verbrijzen de karkassen en bruin ze in een klont boter.
Voeg de groenten toe, het gekneusd knoflookteentje, de tijm, het laurier en de peperkorrels.
Deglaceer met de azijn, voeg de rode wijn toe en de porto.
Zet het geheel onder water, breng aan de kook en laat gedurende een uur op een matig vuur sudderen.
Giet het vocht door een fijn puntzeef en ontvet.
Zet de eendenfond terug op het vuur en kook in tot bijna sausdikte.
Bind dan met een klont boter.
Kruid de eendenfilets en de bouten met peper en zout.
Smelt een flinke klont boter in een pan.
Bak hierin de stukken eend, de velkant eerst.
Draai de stukken vlees na 5 minuten om.
Laat ze dan nog 2 minuten verder bakken.
Neem de stukken eendenborst eerst uit de pan.
De eendenbouten mogen nog een 5 minuten meer bakken.
Strijk de stukken eend nu in met honing.
Bestrooi ze met peper en zout.
Laat een klontje boter smelten in een pan en bak er heel even de kersen in.
Karameliseer de eend onder de grill en snij dan het borstvlees in lange repen.
Schik op een bord, garneer met de kersen en nappeer met de saus.
De bouten zijn voor een repasse.
Dien bijvoorbeeld op met rijst of aardappelpuree.