Bereidingswijze
Rasp de limoen.
Maak het omhulsel een dag voor het gebruik.
Wrijf de helft van de limoenrasp tussen de handen door de suiker.
Verdeel in een dun laagje over een bakplaat met een antiaanbaklaag en laat een nacht op kamertemperatuur drogen.
Snijd de volgende dag de boter in blokjes, doe ze in een kom en laat op kamertemperatuur komen.
Hak de chocolade met een kartelmes in stukjes en doe ze in een grote kom.
Breng de room in een pan aan de kook.
Voeg de rest van de limoenschil bij de room.
Laat van het vuur afgedekt 10 minuten rusten.
Zet weer op het vuur en breng tot aan het kookpunt.
Neem terug van het vuur.
Verwarm het limoensap en de honing in een steelpan zonder het te laten koken.
Giet de helft van de kokende room over de chocolade en roer met een houten lepel.
Begin in kleine cirkels in het midden en ga langzaam naar de rand.
Voeg de rest van de room toe en blijf roeren.
Roer het mengsel van limoensap en honing erdoor.
Roer, als de ganache glad is, de blokjes boter er met steeds een paar tegelijk door.
Zet de ganache minstens een half uur in de koelkast tot hij is opgestijfd.
Schep de doorgeroerde ganache in een spuitzak met een glad spuitmondje.
Spuit balletjes op een bakplaat die met bakpapier is bekleed en laat 2 uur in de koelkast opstijven.
Schep de limoensuiker door het cacaopoeder en let op dat de suiker goed droog is.
Verdeel hem over een plaat met een opstaande rand.
Rol de truffels met een vork door het poeder.
Schud ze in een zeef om het teveel aan cacaopoeder kwijt te raken en bewaar in een luchtdicht afgesloten trommel.