Bereidingswijze
Verwarm de oven voor op 200°C.
Snijd het spek in brunoise (dobbelsteentjes).
Snipper 1 ajuin, pel de andere ajuin en steek er de kruidnagels in.
Bak de ajuin en het spek in een pan totdat het spek knapperig is.
Schep in een kom en voeg er het gehakt, de havermout, peterselie, bouquet garni, een losgeklopt ei, peper en zout aan toe.
Meng alles goed door elkaar.
Vul de kalkoen langs de nek, sla het vel naar beneden en zet het vast met een houten prikker en keukendraad.
Vul de kalkoen niet te straks want anders gaat het vel scheuren tijdens het bakken.
Bewaar de overgebleven vulling.
Stop de ajuin met de kruidnagel in de buikholte en bind de poten bij elkaar.
Weeg de gevulde kalkoen.
Reken een kwartier per 500 gram en een kwartier extra.
Leg de kalkoen op een rooster boven een braadslede.
Bestrijk de kalkoen met boter en bestrooi hem royaal met zout en peper.
Dek hem losjes af met aluminiumfolie en zet hem een half uur in de oven.
Bestrijk de kalkoen dan met braadvocht.
Schakel de temperatuur terug naar 180°C.
Braad hem nu volgens de berekende braadtijd en bedruip hem elk halfuur.
Verwijder het laatste uur de aluminiumfolie en bestrijk hem nogmaals goed.
Rol met de hand balletjes van de vulling en leg deze bij in de braadslede.
Haal de kalkoen uit de oven als hij gaar is en plaats hem op een grote schaal.
Dek hem af met aluminiumfolie en maak de saus.
Giet eerst alle vet uit de braadslede, maar laat de aanbaksels zitten.
Roer de bloem erdoor en laat een paar minuten meebakken op het vuur.
Roer er scheut voor scheut de bouillon door en breng aan de kook.
Proef af met peper en zout, en serveer meteen.