Bereidingswijze
Voorverwarm de oven op 200°C.
Schil de wortel en snijd in schijven.
Pel de sjalotten en hak grof.
Smelt boter in een braadpan en giet er wat arachideolie bij.
Kruid de rosbief rondom met peper en zout.
Laat de rosbief op hevig vuur rondom korsten.
Plaats de rosbief in het midden van de ovenschotel.
Strooi er de wortel en de sjalotten rond.
Laat het vlees 20 minuten in de oven braden, na 10 minuten stel je de temperatuur bij naar 180°C.
We steken of prikken nooit in het vlees om te zien of het gaar is.
Dit zorgt enkel voor bloed en vochtverlies waardoor het vlees veel te droog zou worden.
Het vlees moet vanbinnen mooi rose zijn met langs de buitenkant een bruine korst.
Haal de rosbief uit de oven en houd warm onder aluminiumfolie gedurende 10 minuten.
Schep de groenten uit de ovenschotel en giet het vet af, maar hou de aanbaksels tegen.
Blus de pan met de porto, roer er de aanbaksels mee los en laat inkoken tot stroop.
Voeg er bouillon of water bij en laat tot de helft inkoken op een hevig vuur.
Bind eventueel met wat stukjes koude boter.
Breng de saus op smaak met peper en zout.
Snijd de rosbief in dunne schijven en dien meteen op.
Als je over een groot stuk rosbief beschikt is het het beste dat je het stuk vlees opbindt. Als je hier geen ervaring mee hebt, vraag dit aan je beenhouwer.