Bereidingswijze
Verhit de olie en de boter in een pan en bak er de stukken vlees rondom goudbruin in aan.
Snipper de ajuinen en de look.
Snijd de bleekselder en de wortelen in brunoise (dobbelsteentjes).
Doe de ajuinen, de bleekselder en de wortelen bij het vlees.
Bestrooi met bloem en laat een paar minuutjes meebakken.
Voeg de witte wijn toe en draai het vuur lager.
Laat zachtjes tot de helft inkoken.
Kruid met de tijm, de laurier, de look, de tomatenpuree, zout en peper.
Laat gedurende 45 minuten zachtjes sudderen.
Ontvel en ontpit de tomaten en snijd het vruchtvlees in brunoise.
Was de citroen en schil hem.
Snijd een vierde van de schil in lange reepjes en kook deze gedurende 1 minuut en laat uitlekken.
Doe de tomatenbrunoise en de zestes van de citroen bij de ossobuco.
Laat gedurende een kwartier onafgedekt zachtjes meebakken.
Haal de tijm en de laurier uit de ossobuco en proef af met peper en zout.
Serveer met rijst of pasta.