De druif wordt gekweekt met meerdere doeleinden:
- Als fruit, om te eten als versnapering
- Als basis voor het maken van wijn of druivensap
- Productie van rozijnen
- Productie van druivenpitolie uit de pitten
- Om als fruit geteeld te worden, is het noodzakelijk dat de vruchten groot en sappig zijn en vooral een zoete smaak hebben. Er zijn tientallen cultivars, die voor het eten van de vruchten in aanmerking komen. Hiervoor worden zowel witte als blauwe druiven gekweekt.
De trossen moeten reeds vroeg in hun ontwikkeling geselecteerd worden op basis van hun standplaats en hun omvang. Een van de belangrijkste bewerkingen om mooie, volle trossen te ontwikkelen, is het krenten van de druiven. Deze behandeling bestaat erin genadeloos alle overtollige druiven uit de tros weg te knippen met een speciaal daarvoor ontwikkeld, scherpgepunt schaartje, waarmee men de niet bevruchte en de slecht geplaatste druifjes elimineert. Doet men dit niet, dan krijgt men enerzijds vruchten die te klein blijven, en die anderzijds zeer onregelmatig kleuren. Het is van het grootste belang dat de druiven gelijkmatig, en gelijktijdig afrijpen, zodat de pluk in één keer kan gebeuren. Alle soorten druiven kunnen gebruikt worden om rozijnen te maken.
Bron : wikipedia - meer informatie op deze site