De oudste, de stoutste, de wijste der kooksites
Wat is een aardappel?
De aardappel (Solanum tuberosum), in Vlaanderen en Zeeland informeel ook wel patat respectievelijk patate genoemd, is een plant die ondergronds een energievoorraad in de vorm van zetmeel aanlegt. Het zetmeel wordt bewaard in de vorm van knollen, die eveneens aardappelen of aardappels worden genoemd. De knollen worden gevormd aan ondergrondse stengels, stolonen genoemd. In veel Europese en westerse landen is de aardappel een basisvoedingsmiddel. Net als rijst, pasta en brood is de aardappel een belangrijke bron van koolhydraten.
Geschiedenis
De aardappel is afkomstig uit Zuid-Amerika en is in de 16de eeuw overgebracht naar Europa. Pas in de 2de helft van de 18de eeuw werd een begin gemaakt met de teelt in de Nederland, waarna het een opmars maakte als volksvoedsel. De grote productie- en consumptiegebieden liggen in Europa, de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten. Bij ons worden de grootste opbrengsten per ha bereikt. De laatste 10-tallen jaren daalt het verbruik van aardappelen en kent men een sterke stijging van het verbruik van vlees, groenten en fruit.
Teelt
De teelt van consumptie aardappelen vindt plaats op kleigronden (80%) en op zandgronden (20%). Kleigrond aardappelen hebben een vrij dikke, ietwat donkere schil en koken meestal bloemeriger dan zandaardappelen. Soms zelfs zo erg dat ze als afkokers bestempeld worden. Zandaardappelen zijn wat dunner van schil. Voorts worden fabrieksaardappelen geteeld voor zetmeel en spiritusfabricage. Deze aardappelen worden veelal op veengronden verbouwd.
Samenstelling
De aardappel bestaat uit zetmeel, eiwit, water, vitamines en mineralen. Afhankelijk van het ras en de grond waarop ze verbouwd worden kan het zetmeel- en eiwitgehalte sterk varieren. Hoe eiwitrijker de aardappel is, hoe vaster hij is. Het vitamine C gehalte daalt naarmate de aardappel langer wordt opgeslagen.
Aanbod
De verschillende aardappelrassen kan men onderverdelen in rijpingsklassen.
Tot de zeer vroege en smakelijke rassen behoren de eerstelingen, de dore en de lekkerlander.
Tot de middenvroege en late aardappelen, welke geschikt zijn voor winteropslag zijn onder andere : het bintje, de eigenheimer en de irene.
Voordat de vroege rassen op de markt komen treffen we in de handel de alpha, de Malta en de Egyptische aardappel aan.
Kwaliteit
Door het produktschap voor aardappelen worden kwaliteits- en sorteringseisen gesteld aan aardappelen die in de handel komen.
Bewaren
Kleine hoeveelheden in een donkere ruimte bij een temperatuur van ongeveer 8C. Onder invloed van licht ontstaan groene plekken die het giftige solanine bevatten. Dit moet absoluut weggesneden worden. Langdurige opslag kan alleen met middelvroege of late aardappelen.